In 1974 namen Meindert Hoogstraten, Aad Ravensbergen en Jan van Duin het initiatief om in die zomer een veertiendaagse evangelisatie campagne te organiseren in Noordwijk.
De evangelisatie commissie van de gereformeerde kerk, waartoe zij toen behoorden had daar geen belangstelling voor. Mensen bekeren hoeft niet, er gaat toch niemand verloren, waren verschillende opmerkingen die ze te horen kregen.
De uitvalsbasis voor de campagne werd de camping van de Leidsche Volks huis vesting, waar onze broeder Meindert relaties had. Daar ontmoette we voor het eerst broeder Johan Schep, pas bekeert en afkomstig uit de Sinaï woestijn in Israël. Het totale team bestond uit ongeveer 12 broeders en zusters, die we in de daaraan vooraf gaande weken hadden leren kennen op zondag zangavonden, in vooral huiselijke kring.
De ochtenden werden besteed aan bijbel studie en verdere voorbereidingen voor de middag. In de middag trokken we dan naar het strand en de boulevard om te evangeliseren. Na drie jaar kwam echter de vraag op: waarom maar twee weken per jaar evangeliseren terwijl een jaar 52 weken heeft? Ook dan zijn er mogelijkheden om de blijde boodschap te delen onder de vele bar en dancing bezoekers op de zaterdagavonden.
Na veel gebed, zoals trouwens bij elke activiteit, werd besloten om eenmaal in de maand, en dat drie maanden lang, proef te draaien, om te zien of we de aandacht zouden krijgen waar we op hoopten.
Elke avond hadden we dan eerst een bidstond bij broeder en zuster Braxhoven. En dan trokken we er op uit, van ongeveer 22.00 uur in de avond tot ongeveer 1.00 uur in de nacht.
De resultaten van de ontmoetingen en gesprekken met voornamelijk jongeren, in de leeftijd van 16 tot 22 jaar, waren bemoedigend. Alleen als het koud was, soms zelfs lichtelijk vroor, was een verblijf op de straat minder aangenaam.
Dat bracht ons bij de volgende geloofsstap en begonnen we in onze bidstonden God te vragen, als het werk wat wij deden op die zaterdag avonden werkelijk naar zijn wil was, dat het dan fijn zou zijn, als we eigen onderkomen zouden hebben om de jongeren van de straat te kunnen ontvangen.
Veel leeg en te koop staande pensions en andere panden werden door ons bezocht. Om betrouwbare gesprekken te kunnen voeren hadden we inmiddels een stichting in het leven geroepen en bij een notaris vast laten leggen.
Begin 1983 bezochten we villa De Duinouwe, (wat nu De Ark is) en waren we van mening dat zowel de locatie (midden in het uitgaansleven van Noordwijk) en de ruimte die het gebouw had, volledig voldeed aan onze wensen.
Wat we niet wisten was, dat er nog iemand belangstelling had voor datzelfde huis. Een man met wie ik wel eens had gesproken over onze nachtelijke activiteiten.
Hij belde me enkele weken later op met de mededeling dat het huis was verkocht. Op mijn vraag; Aan wie? Was zijn antwoord kort en krachtig: Aan mij! Waarna ik weer vroeg: En wat ga je er mee doen? Was zijn antwoord opnieuw kort en bondig: Dat mag jij zeggen!
En zo zat ik op 3 oktober 1983 bij een notaris en tekende ik voor de ontvangst van het huis in bruikleen. En werd mij de sleutel overhandigd. Nog diezelfde avond waren we met ongeveer 25 broeders en zusters in het huis en hebben we uitgebreid God gedankt en geprezen. En daar voor het eerst de belijdenis uitgesproken:
“Dit huis is Gods huis. Hij heeft het zich gereserveerd en ons gearresteerd om vanaf deze plaats de naam van Jezus te verkondigen tot redding van zondaren!“
Na hier en daar wat reparatie en andere werkzaamheden te hebben gepleegd, hebben we op vrijdagavond 25 november 1983 het huis, dat inmiddels de naam: Evangelisch Ontmoeting Centrum had gekregen, wat zelfs via de EO radio wereld kundig werd gemaakt, ingezegend.
Zaterdag 26 november 1983 was de officiële opening in aanwezigheid van o.a. de burgemeester van Noordwijk en de bekende evangelist Theo Dikkes uit Leiden, en vele bekende en minder bekende belangstellenden.
De eerste jaren waren roerige jaren in en om De Ark. Er kwam voortdurend een groep jongeren, alleen om rotzooi te trappen. Wat zo nu en dan leidde tot hevige vechtpartijen. Verder werden er in de nacht ruiten in gegooid, inbraken gepleegd en pogingen tot brandstichting ondernomen.
Maar wat wil je?
“Als God een huis bouwt, dan zal satan er alles aan doen om dat te verhinderen ,was de algemene gedachte naar aanleiding van dit alles.”
Maar ook was er een toenemende belangstelling voor de samenkomsten op de zondagavonden. Wij, de reeds eerder genoemd broeders en vele anderen begonnen, begonnen in die tijd steeds meer na te denken over de doop door onderdompeling. Mede door de Bijbelstudieavonden die de joods christelijke Anna Stranders in deze regio hield met steeds weer volle zalen. Met als gevolg dat steeds meer gelovigen zich ook lieten dopen.
Dit maakte echter de band met hun oorspronkelijke kerk steeds losser en voelden zij zich ook steeds meer “lid van De Ark”. De belangstelling voor de samen komsten nam dermate toe, dat het letterlijk en figuurlijk steeds benauwder werd in de Ark. Dat bracht ons bij de vraag, of het mogelijk zou zijn het gebouw te vergroten. Na een gesprek hierover met de eigenaar, deed hij het voorstel dat wij het gebouw zouden kopen voor de prijs waar hij het voor gekocht had. Hij hoorde wel van ons, zo zei hij, als hij terug kwam uit het buitenland. Helaas is hij in het buitenland overleden.
Van de afspraak die hij met mij had gemaakt stond echter niets op papier. Het enige voor de familie (niemand van hen wist overigens dat het huis van hem was, zelfs zijn vrouw niet) was mijn woord. En de nabestaanden hebben naar dat woord gehandeld. De stichting De Ark werd eigenaar.
Met als gevolg dat de verbouwing in een stroomversnelling kwam. In het najaar van 1988 werd daarmee begonnen, terwijl wij de ochtend samenkomsten hielden in de beneden verdieping van een leegstaand hotel en in de avond in de aula van de Chr. Mulo aan de Duinweg.
In de jaren voor de verbouwing hielden we elke zomer een vier weken durende evangelisatie campagne, waarvoor de deelnemers van de verschillende teams kwamen van de bijbel scholen uit Nederland en Duitsland. Dan was De Ark in vol bedrijf. Er werd geslapen gekookt en gegeten. Een heerlijke drukte om samen te komen en het evangelie te delen en uit te delen. In de morgen trokken de teams de wijken van het dorp in voor het kinderwerk en in de middag en in de avond naar de boulevard en het strand. In die tijd was er altijd veel belangstelling van het publiek voor onze buiten activiteiten. De avonden werden altijd afgesloten met veel zang en vooral gebed, wat wij beleefden als geestelijke vreugde vuren!
In 1984 hielden we tijdens de campagne onze eerste doopdienst, in de zee. In de daarop volgende jaren zijn er nog vele tientallen gelovigen geweest die zich binnen De Ark hebben laten dopen. Dat was steeds weer een geweldig feest om als Ark gemeenschap te mogen beleven. Deze doop diensten werden altijd gehouden in het Bollenbad.
Tijdens de verbouwing werd besloten om, vanuit de stichting De Ark een officieel geregistreerde gemeente te stichten met de naam: Gemeenschap van Christenen DE ARK.
En zo is het verhaal van het ontstaan van De Ark compleet!
Maar ondanks de grote ijver en inspanningen van veel broeders en zusters blijft staan het werk dat God door hen heeft gedaan tot op de dag van vandaag.
Daarom nogmaals:
“Dit huis is Gods huis... En dan niet alleen een huis van stenen en door mensen rond 1926 gebouwd, maar vooral een geestelijk huis waarvan God zelf en niemand anders de Bouwmeester is. Met de bedoeling dat wij in onze dagen ons door Hem laten gebruiken, invoegen als levende stenen tot een tempel van God, heilig in de Here.”
Jan van Duin – Medeoprichter en voormalig voorganger van de Ark te Noordwijk
En tot op de dag van vandaag een geliefd spreker.